Post by kipspul on Aug 31, 2006 16:47:22 GMT 1
Ik staarde naar de grond, staarde naar de halfverdorde planten die me met hangende kopjes aanstaarden van tussen de tegels. Maar toen stapte hij naar voren, zijn schaduw viel over me heen en maakte alles koud. Ik huiverde en stond op.
'Wat is er, Heer Arachan?' vroeg ik hem kil, met alle moed die ik op kon brengen.
Een stenen gezicht scheen terug naar me. Te vaak had ik dat gezicht al gezien, die blik, en niet alleen bij hem. Jaron. Jaron had dat ook, soms, als hij niet met me wilde praten en hij zichzelf opsloot in zijn studiekamer.
'Ik wil dat je het afbreekt,' zei Arachan zacht.
'Wat afbreken?' gaf ik even venijnig, even omfloerst en zacht en fluwelig terug.
'Die afspraak. Die verloving, voor mijn part. Jaron kan het zich niet veroorloven.'
Ik schudde mijn hoofd. Het had er van moeten komen. De overeenkomst met Jaron om met hem te trouwen als we beiden 20 waren - een officiele verloving zelfs. Allemaal om bij Jaron te kunnen blijven. 'Ik ga Jaron niet in de steek laten,' zei ik, iets harder dan de bedoeling was.
Arachan keek op, zijn lichtblauwe ogen als ijs. 'Jullie voelen niets voor elkaar. Niet meer dan vriendschap. Je kunt niet bij hem blijven, Illaine. Voor iemand met zulk gering talent en waarde als jij is er geen plaats aan de zijde van Jaron Silvar.'
Ik voelde mezelf woedend worden. Jaron was mijn vriend! Arachan, of hij Jaron nou geadopteerd had of niet, mocht geen kans krijgen. 'Heb je Jaron zelf daar al over geraadpleegd?' vroeg ik ijzig.
'Dat is niet nodig,' zei Arachan. 'Als ik wil kan ik hier en nu alles beƫindigen - tenzij je belooft mee te werken.'
Mijn toekomst opgeven? Jaron achterlaten?
... hij zou naar het hof gaan. Jaron Silvar-Nigheon zijn, de machtigste in het rijk achter de koningin. De eerste in opvolging zolang zij geen kinderen had. En aan het hof was geen plaats voor vriendschap. Niet met een dochter van een keukenmeid, niet met het meisje aan wie hij drie keer zijn leven verschuldigd was...
'U beeindigt niets,' zei ik tenslotte. 'Niet nu en nooit niet - en zoals u mij bedreigt, zo kan ik u ook bedreigen.' Ik liet mijn stem zachter klinken. 'Mocht u mij van Jaron willen scheiden, dan zal uw complete organisatie ten onder gaan. Iedereen die mijn vriend en die van Jaron is, zal dit afkeuren en u verlaten als ik daartoe oproep doe.'
Arachan's ogen straalden als die van een blazende kat. 'Ik had je slimmer ingeschat dan mij te onderschatten,' zei hij.
Ik stond, daar, aan de grond genageld, terwijl Arachan zijn krachten bij elkaar riep. Ik voelde het rommelen in de grond, ik voelde het trillen in de lucht, tintelen tot aan de verste uitgestrektheid van mijn zintuigen. De tuin om me heen begon te trillen terwijl Arachan langzaam, stukje bij beetje, druk op me uit begon te oefenen.
... de druk van bergen, de kracht van onbuigzaam staal, de wil van... van... kracht....
...pijn...
...leven, leven, ik voelde het in de energie ik... ... voelde mezelf verpletterd worden onder macht...
En toen plotseling schreeuwde iets in mij en iets buiten mij.
'Wat is er, Heer Arachan?' vroeg ik hem kil, met alle moed die ik op kon brengen.
Een stenen gezicht scheen terug naar me. Te vaak had ik dat gezicht al gezien, die blik, en niet alleen bij hem. Jaron. Jaron had dat ook, soms, als hij niet met me wilde praten en hij zichzelf opsloot in zijn studiekamer.
'Ik wil dat je het afbreekt,' zei Arachan zacht.
'Wat afbreken?' gaf ik even venijnig, even omfloerst en zacht en fluwelig terug.
'Die afspraak. Die verloving, voor mijn part. Jaron kan het zich niet veroorloven.'
Ik schudde mijn hoofd. Het had er van moeten komen. De overeenkomst met Jaron om met hem te trouwen als we beiden 20 waren - een officiele verloving zelfs. Allemaal om bij Jaron te kunnen blijven. 'Ik ga Jaron niet in de steek laten,' zei ik, iets harder dan de bedoeling was.
Arachan keek op, zijn lichtblauwe ogen als ijs. 'Jullie voelen niets voor elkaar. Niet meer dan vriendschap. Je kunt niet bij hem blijven, Illaine. Voor iemand met zulk gering talent en waarde als jij is er geen plaats aan de zijde van Jaron Silvar.'
Ik voelde mezelf woedend worden. Jaron was mijn vriend! Arachan, of hij Jaron nou geadopteerd had of niet, mocht geen kans krijgen. 'Heb je Jaron zelf daar al over geraadpleegd?' vroeg ik ijzig.
'Dat is niet nodig,' zei Arachan. 'Als ik wil kan ik hier en nu alles beƫindigen - tenzij je belooft mee te werken.'
Mijn toekomst opgeven? Jaron achterlaten?
... hij zou naar het hof gaan. Jaron Silvar-Nigheon zijn, de machtigste in het rijk achter de koningin. De eerste in opvolging zolang zij geen kinderen had. En aan het hof was geen plaats voor vriendschap. Niet met een dochter van een keukenmeid, niet met het meisje aan wie hij drie keer zijn leven verschuldigd was...
'U beeindigt niets,' zei ik tenslotte. 'Niet nu en nooit niet - en zoals u mij bedreigt, zo kan ik u ook bedreigen.' Ik liet mijn stem zachter klinken. 'Mocht u mij van Jaron willen scheiden, dan zal uw complete organisatie ten onder gaan. Iedereen die mijn vriend en die van Jaron is, zal dit afkeuren en u verlaten als ik daartoe oproep doe.'
Arachan's ogen straalden als die van een blazende kat. 'Ik had je slimmer ingeschat dan mij te onderschatten,' zei hij.
Ik stond, daar, aan de grond genageld, terwijl Arachan zijn krachten bij elkaar riep. Ik voelde het rommelen in de grond, ik voelde het trillen in de lucht, tintelen tot aan de verste uitgestrektheid van mijn zintuigen. De tuin om me heen begon te trillen terwijl Arachan langzaam, stukje bij beetje, druk op me uit begon te oefenen.
... de druk van bergen, de kracht van onbuigzaam staal, de wil van... van... kracht....
...pijn...
...leven, leven, ik voelde het in de energie ik... ... voelde mezelf verpletterd worden onder macht...
En toen plotseling schreeuwde iets in mij en iets buiten mij.