|
Kantika
Jun 29, 2007 20:06:08 GMT 1
Post by Karo on Jun 29, 2007 20:06:08 GMT 1
Met een droge plof kwam hij ergens neer. Zijn ingewanden protesteerden licht, zweven was een sensatie die hij nog nooit had meegemaakt. Hij hoorde Delanya's stem in de verte. Rai'El onderdrukte de neiging te roepen dat ze stil moest zijn en keek vluchtig om zich heen. Hij was op het dak van een soort huis geland, geheel uit dezelfde saaie steen gehouwen als de rest van de grot. Het licht was slecht, maar beter dan eerder in de grot. Hij deed eerst zijn ene oog dicht en toen het andere om zijn ogen beter aan het schemerduister te laten wennen. Het meeste licht bleek van de huizen zelf te komen. 'Waarom zouden huizen ondergronds in hemelsnaam ramen hebben?' Nadat hij geconstateerd was dat er niemand toekeek wenkte hij Delanya. 'Niemand te zien. Kom maar snel naar beneden, ik sta wel op uitkijk.' De jonge ridder ging gehurkt zitten en sloeg de mantel goed om zich heen. De stad leek redelijk rustig, het was te hopen dat het zo bleef. Een kort moment vermoedde hij in de verte een gedaante te zien lopen. Wachters, mogelijk. Het was te hopen dat ze een schuilplaats vonden voordat iemand doorkreeg dat er indringers waren. Hij tuurde naar de bovenkant van de grot, uitkijkend naar Erinyes. Huiverend bij de gedachte van alles dat deze stad kon herbergen wachtte hij op Delanya.
|
|